dinsdag 11 maart 2008

In januari werd ik opgebeld door journalist Milo Aarts of ik met mijn geliefde geïnterviewd wilde worden over onze 'multiculturele verhouding' voor een boek met de titel "Let's make love" van Uitgeverij Contact. Hieronder enige citaten uit de voorjaarsfolder 2008:

"Al jaren woeden in Nederland heftige discussies over de
vraag op welke manier een eind kan worden gemaakt aan
de spanningen tussen allochtonen en autochtonen. In het
(verre) verleden werden fricties met hugenoten, joden,
Molukkers, Indonesiërs en Surinamers niet alleen opgelost
door de heilige Hollandse drie-eenheid overleg, beleid en
geld, maar ook doordat de nieuwkomers met Nederlanders
versmolten. We hadden seks met elkaar, gingen samenwonen
of trouwen, kregen kinderen. (...) Met vallen en opstaan
werden verschillen overbrugd – of niet. Vaak spelen ze
nog op, want religie, cultuur, seksualiteit, moraal en
traditie wortelen diep. (...)"



Ik antwoordde het volgende:

Beste Milo Aarts,

Wanneer ik de korte tekst lees over het boek Let's make love, dan zie ik het volgende: er wordt uitgegaan van 'fricties' en 'spanningen' en te overbruggen 'verschillen' tussen twee bevolkingsgroepen: allochtonen en autochtonen. Vervolgens neemt het boek twee vertegenwoordigers van deze bevolkingsgroepen die een relatie hebben. Er van uitgaande dat deze twee vertegenwoordigers van elkaar verschillen langs de lijn: autochtoon/allochtoon. Vervolgens gaat het boek onderzoeken hoe deze verschillen wel of niet overbrugd worden.

In deze aannames kan ik me niet vinden. In elke relatie heb je te maken met twee mensen die verschillend zijn. De verschillen lopen langs diverse scheidslijnen: leeftijd, sekse, klasse, politieke voorkeuren, smaakverschillen, karakter, opvoedingsstijl etcetera. Het verschil allochtoon/autochtoon is één van de vele verschillen tussen ons.

Ik las in de beschrijving van het boek: "Met vallen en opstaan werden verschillen overbrugd – of niet. Vaak spelen ze nog op, want religie, cultuur, seksualiteit, moraal en traditie wortelen diep." Ik heb moeite met de manier waarop het begrip cultuur in de bovenstaande zin gebruikt wordt. Cultuur wordt hierin gezien als een soort fotokopieer-apparaat dat mensen met 'dezelfde cultuur' aflevert. Dan zou ik iemand zijn met een Nederlandse cultuur en mijn vriend een product van de Iraaks-Koerdische cultuur.

Echter - volgens mij (en zie ook Gerd Bauman) is cultuur iets wat dagelijks tot stand komt, elke dag onderhandelen we en maken mensen met elkaar cultuur. In bi- en monoculturele relaties idem dito. De discussies over de multiculturele samenleving is een voorbeeld daarvan: daarin wordt bepaald wie en wat tot welke cultuur behoort. In deze discussie wordt mijn vriend (en mijn dochter) buitengesloten van de Nederlandse cultuur. Dat is een handelen waar ik schade van lijdt.

Dat ik een relatie heb met een Irakese Koerd brengt, behalve vreugde en rijkdom, zeker een aantal grote problemen met zich mee. Die problemen spelen zich echter af op een ander vlak dan dat wij uit "verschillende culturen" zouden komen en dat we bruggen nodig zouden hebben om elkaar te bereiken.

Een groot probleem voor mij is bijvoorbeeld het feit dat mijn vriend (een a-religieuze hoogopgeleide Koerdisch-Irakese vluchteling) zich sinds 11 september 2001 steeds minder thuis voelt horen in Nederland vanwege de 'heftige discussies'. De vervelende, bedreigende en domme manier waarop deze discussie gevoerd wordt, maakt dat hij zich niet meer thuis voelt in Nederland.

Een ander probleem voor mij is: hoe zal mijn dochter zich ontwikkelen? Zal ze gezien worden als het individu wat ze is, of steeds gezien worden als 'moslim', omdat haar vader uit Irak komt? Zal ze zonder vader moeten opgroeien omdat er een verandering van de wet komt, waarbij bepaalde asiel-procedures ongeldig verklaard worden? Ik acht dit langzamerhand niet meer onmogelijk, en geeft me een onveilig gevoel. Ayaan Hirsi Ali bleek tenslotte ook in een dag haar Nederlanderschap te kunnen verliezen.

Een ander probleem voor mij: Ik studeerde vrouwenstudies en ik werk nu in een feministisch instituut. Regelmatig wordt er dan aan me gevraagd: goh, wat vindt je vriend ervan dat je feminist bent. (implicerend: moslims zijn minder ge-emancipeerd dan Hollandse Nederlanders, of misschien is jouw vriend een ge-emancipeerde moslim?) Alsof Nederlanders zo ge-emancipeerd zijn? Ik (wij) heb in Nederland grote moeite om arbeid-zorg te combineren, en dat komt niet door mijn vriend, maar doordat er geen naschoolse opvang is voor onze dochter. De combi arbeid-zorg is een saai onderwerp, daar lees ik niet veel verhitte debatten over in de krant. In plaats daarvan is er wel een verhit debat over het Haags Gemeentemuseum foto's van als homo's verkleed als Mohammed tentoonstellen. Of een ander anti-moslim onderwerp dat door Geert Wilders op de agenda is gezet. Het ontbreken van naschoolse opvang beïnvloedt dagelijks mijn leven, en onze relatie. En dat komt door de achterlijkheid van Nederland. (het moederschapsideaal is een echte Nederlandse traditie...) Ondertussen moet mijn vriend langs de feministische meetlat gelegd worden?

Ik heb het gevoel dat er 'buiten' een strijd woedt die voor ons niet positief lijkt uit te pakken. Draagt het boek dat jullie willen gaan schrijven bij aan een beter klimaat in Nederland voor ons? Ik betwijfel het als de grondhouding van het projecht is dat er tussen partners uit verschillende landen voornamelijk een te overbruggen 'cultuurverschil' zou zijn. In mijn dagelijks leven is cultuurverschil nauwelijk een probleem. Het denken-in-cultuurverschillen is voor mij echter een dagelijkse bron van ergernis en soms voel ik me er door bedreigd. Is er wel plaats voor ons in Nederland?

Het is jammer dat er slechts twee allochtone journalisten meewerken aan het boek. Met zo'n project zou dat toch ongeveer de helft moeten zijn, lijkt me. Kijk eens bij On File, organisatie voor vluchtelingen journalisten. Daar zijn veel goede journalisten te vinden. Wellicht was bij een diverse samenstelling van de journalisten de kritiek die ik nu heb, al in de redactie aan de orde gekomen.

Mijn laatste ergernis: Het is niet de eerste keer dat mijn vriend wordt benaderd als iemand die uit een vreemd land komt, in plaats van iemand die een kundig journalist en politicoloog is.

met vriendelijke groet,
Grietje Keller

---
De medewerkers van het boek Let's Make Love zijn: Steffie Kouters (de Volkskrant), Arjan Visser (Trouw), Renate van der Zee (Opzij), Antoinette de Jong (M, NRC Handelsblad), Pieter Webeling (Rails), Carine Damen (HP/De Tijd), Marc Broere (Onze Wereld), Liddie Austin (Red), Hulya Cigdem (Brabants Nieuwsblad), Coen Verbraak (Vrij Nederland), Sara van Gorp (Esta), Milo Aarts (De Telegraaf), Hassan Bahara (diverse media), Hilbrand Rozema (Nederlands Dagblad), Lisette Thooft (Happinez), Merike Woning (Metro), Antoinnette Scheulderman (JAN), Hans van der Beek (Het Parool), Olivier Heimel (Esquire), Annet de Groot (Algemeen Dagblad), Edwin Oden (Psychologie Magazine), Robert Verkerk (ANP), Saskia Noort (Linda.) en Frénk van der Linden (Nieuwe Revu).